(Her)ontdek twee gedichten uit deze voorstelling:
Het Huwelijk
Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd in d’ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven, haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.
Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren, hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.
Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen. Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen, en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.
Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand. Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen en rennen door het vuur en door het water plassen tot bij een ander lief in enig ander land.
Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.
Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot en zagen dat de man die zij hun vader heetten, bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten, een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – uit: Verzen van Willem Elsschot (1882-1960)
Verleid me
Verleid me, verstik me, pak mijn vrijheid af, bemin me, beperk me, ga je gang, ik ben laf
Je wil samensmelten, een onnozel idee, maar ik ben romantisch, ik ga er in mee.
Kneed me en knecht me, wees lief en gemeen, gun me de plek van het blok aan je been.
Als jij mijn vrouw bent dan ben ik je man en vechten we samen voor dat wat niet kan.
We doen, we doen nog meer water bij de wijn tot dat er alleen nog maar water zal zijn.
Helder, maar smaakloos, geen kleur meer, geen gloed. Zo leven we samen de dood tegemoet.
Weg met de eenzaamheid, leve de sleur, jaloezie, irritatie, verwijten, gezeur. De liefde geeft hoop, de liefde heeft zin. De liefde is een valstrik maar ik trap er zo graag in.
Steeds dezelfde fouten, steeds dezelfde pijn Het is bijna net zo gruwelijk als helemaal alleen te zijn
Maar misschien is het deze keer anders, misschien is het deze keer waar en is al de waarheid van de wereld maar een fabeltje en dat wil ik wel geloven want ik hou zoveel van haar.
Het spel is weer begonnen, ik zit er midden in, verslaafd als een verslaafde en verzetten heeft geen zin.
Ik kan alleen verliezen, mijn hart en mijn verstand want de liefde laat pas los als ze is opgebrand.
En dan ben je weer jezelf, alleen en onbemind maar volwassen en verstandig tot dat het weer begint.